Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AO6005

Datum uitspraak2002-12-24
Datum gepubliceerd2006-08-09
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers1041/02
Statusgepubliceerd


Indicatie

Appel tegen faillissementsvonnis wordt door Hof als omzettingsverzoek behandeld.


Uitspraak

Arrest in de zaak van: X., wonende aan de , Appellant, Procureur: mr. R.A. K . 1. Het geding in hoger beroep 1.1 Appellant - - is bij per fax op 8 november 2002 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank te Amsterdam van 5 november 2002 met faillissementsnummer 02.0506, waarbij de rechtbank in staat van faillissement heeft verklaard. 1.2 Het hoger beroep is behandeld ter terechtzitting van 17 december 2002. is verschenen, bijgestaan door zijn procureur. Verder zijn verschenen de vader van en mr. M. Den H van Zuidweg & Partners B.V. (Zuidweg) insolventie-adviseurs voor het midden- en kleinbedrijf. 2. De gronden van de beslissing 2.1. De rechtbank heeft op aanvraag van een aantal schuldeisers van diens faillissement uitgesproken bij vonnis van 5 november 2002. 2.2. De rechtbank heeft bedoeld verzoek tot faillietverklaring behandeld ter terechtzitting van respectievelijk 13 augustus 2002, 10 september 2002 en 5 november 2002. Daar is telkens aan de orde geweest dat een verzoek tot van het toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling wilde indienen maar dat de stukken (nog) niet volledig waren. 2.3. Uit de stukken van het hoger beroep blijkt dat de volledige verklaring op de voet van artikel 285 Faillissementsweg (Fw) uiteindelijk op 6 november 2002 is ingekomen op afdeling Faillissementen/Schuldsaneringen van de rechtbank te Amsterdam. Toen was het vonnis waarvan beroep al uitgesproken. 2.4 Uit de ten overstaan van het hof afgelegde verklaring van mr. M. den H van Zuidweg, die bij het voorbereiden van zijn verzoek tot van het toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling heeft bijgestaan, blijkt dat – op zijn minst genomen – bij Zuidweg een en ander niet optimaal is verlopen waardoor de stukken de rechtbank niet tijdig hebben bereikt. 2.5 In hoger beroep voert aan dat de rechtbank ten onrechte zijn verzoek tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling heeft genegeerd en zijn faillissemen heeft uitgesproken. heeft het hof uitdrukkelijkverzocht zijn verzoek tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling in de behandeling van het hoger beroep te betrekken. 2.6 Uit hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken volgt naar het oordeel van het hof dat redelijkerwijs niet geoordeeld kan worden dat wegens hem toe te rekenen omstandigheden binnen de termijn van artikel 3, eerste lid Fw geen verzoek tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling heeft ingediend (art. 15b lid 1 Fw). 2.7 Het komt het hof in ieder geval doelmatig voor het verzoek van tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling in behandeling te nemen, nu het voor toewijzing vatbaar is. 2.8 Geoordeeld moet worden dat in elk geval een aantal van de schulden van niet te goeder trouw zijn ontstaan. Immers hij heeft geld onttrokken aan zijn eenmanszaak ter bekostiging van zijn drugs- en gokverslaving zodat hij uiteindelijk dit bedrijf moest staken per 2 april 2002. Dit kan evenwel niet in de weg staan aan het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling op . Hij heeft het hof ervan weten te overtuigen dat hij thans met hulp van de heer J.K en zijn vader is afgekickt van de diverse middelen. (Ook de rapportage van de medische diagnostische laboratoria wijzen daarop). Ook heeft hij geruime tijd niet gegokt.Voorts heeft hij een vaste baan gevonden in het bedrijf van zijn broer, die een oogje in het zeil houdt. woont bij zijn ouders en is mede daardoor in staat een relatief groot gedeelte van zjn inkomen ter voldoening van zijn schulden te sparen. Hij is zich thans bewust van zijn verantwoordelijkheid jegens zijn schuldeiseres. Zijn vader heeft ter zitting in hoger beroep met klem verklaard te zullen steunen. 2.9 Uit bovenstaande blijkt van een keer ten goede in het leven van . Dit en de betrekkelijke bestendigheid daarvan, alsmede het sociale vangnet, waarmee hij zich weet te omgeven, zijn aanleiding om het verzoek van alsnog toe te wijzen. 2.10 Het salaris van de curator wordt vastgesteld op € 450,30 en brengt dit ten laste van de boedel. 3. De beslissing Het hof: vernietigt de uitspraak waarvan beroep; stelt het salaris van de curator vast op € 450,30 exclusief BTW, en brengt dit bedrag, alsmede advertentekosten tot het bedrag dat zal blijken uit de door de rechter-commissaris goed te keuren nota’s ten laste van de boedel; verklaart alsnog van toepassing de wettelijke schuldsaneringsregeling op ; verwijst de zaak naar de rechtbank te Amsterdam om te worden voortgezet met inachtneming van het in dit arrest overwogene. Dit arrest is gewezen door mrs W-M , H van B , en Van M en uitgesproken ter openbare zitting van het hof van 24 december 2002 in tegenwoordigheid van griffier¹.